Milieuzaken:
feiten, getallen en opinies

Boomringmetingen

U bent hier: inhoudsopgave - hout - boomringmetingen
Afkorting of begrip onbekend ? Raadpleeg ons milieuwoordenboek !
Google
 
Web www.hugovandermolen.nl

Boomringen

In de klimaatwetenschap worden vaak indirecte maten (in het Engels: proxy measures of proxies) gebruikt om een schatting te maken van de temperatuur in vroeger tijden. Simpelweg omdat er in vroeger tijden niemand temeratuur kon meten of die kon noteren voor het nageslacht. Een berucht voorbeeld zijn boomringmetingen. U kent ze wel, die doorsnede met ringen, die je mooi kunt bestuderen als de boom netjes is omgezaagd. Je kunt aan het aantal ringen zien hoe oud de boom is. Soms is de zaagdoorsnee niet rond, maar ovaal. Dat kan bij voorbeeld veroorzaakt zijn doordat de boom aan 1 kant dicht op andere bomen stond, maar aan de andere kant open terrein had. In de praktijk zijn er vele invloeden op de groei van de boom, waardoor de jaarringen soms breder zijn en soms juist smaller. Als de boom het moeilijk heeft, bv. door veel schaduw van andere bomen, of door een hele koude periode, dan kan hij tijdelijk minder hard groeien. Of andersom natuurlijk: lekker warm en extra dikke groeiringen. Vandaar het idee om boomringmetingen te gaan gebruiken om ontwikkelingen in het klimaat te bestuderen: boomringdata als temeratuurmeting dus.  
boomringen

Boomringmetingen in Yamal, Siberë (Rusland)
Boomringmetingen uit Yamal lagen mede ten grondslag aan de klimaatberekeningen die in 1998 leidden tot de roemruchte hockystick-grafiek: het klimaat zou eeuwenlang vrij gelijkmatig van temperatuur zijn geweest, maar in de laatste eeuw plots sterk zijn opgewarmd (Mann, M.E., Bradley, R.S. and Hughes, M.H.,1998).
Steven McIntyre toonde in 2009 aan dat die berekeningen en uitslagen op een statistisch-methodologische fout waren gebaseerd. Welke data je ook in zijn berekeningen zou gooien, er kwam altijd een hockystickgrafiek uit, simpelweg omdat hij net iets verkeerd deed met zijn berekeninge m.b.v. een zgn. hoofdcomponenten-analyse.

boomring-expert-Michael-Mann   Maar ook de boomringmetingen zelf kregen kritiek: het waren er maar weinige en daarom kon 1 boom, YAD061 genoemd, idioot veel invloed hebben op de conclusies. Conclusies die mede veroorzaken dat wereldwijd miljarden worden uitgegeven om het "door de mens veroorzaakte klimaatprobleem" aan te pakken. Miljarden die wellicht veel beter konden worden besteed tot het nut van het algemeen. Want als de basisgegevens der boomringen niet deugen en ook de statistische methodes slechts artefacten opleveren, dan is wellicht de hele climaatdiscussie op drijfzand gebaseerd.

Kritiek kwam niet alleen van wetenschappers, maar ook van ervaringsdeskundigen uit de bosbouw, zoals het betoog van Caleb Shaw dat hieronder volgt.

Kommentaar van Caleb Shaw:
(bron: climategate.nl d.d. 16-3-2010, door Hajo Smit)

I’ve worked outside since I was a small boy in the 1950’s, and have cut down hundreds of trees. I always check out the rings, for every tree has its own story.
I’ve seen some rather neat tricks pulled off by trees, especially concerning how far they can reach with their roots to find fertilizer or moisture. For example, sugar maple roots will reach, in some cases, well over a hundred feet, and grow a swift net of roots in the peat moss surrounding a lady’s azalea’s root ball, so that the azalea withers, for the maple steals all its water.
I’ve also seen tired old maples perk right up, when a pile of manure is heaped out in a pasture a hundred feet away, and later have seen the tree’s rings, when it was cut down, show its growth surged while that manure was available.
After fifty years you learn a thing or two, even if you don’t take any science classes or major in climatology, and I’ve had a hunch many of the tree-ring theories were bunkum, right from the start.
The bristlecone (NL: stekelden) records seemed a lousy proxy, because at the altitude where they grow it is below freezing nearly every night, and daytime temperatures are only above freezing for something like 10% of the year. They live on the borderline of existence, for trees, because trees go dormant when water freezes. (As soon as it drops below freezing the sap stops dripping into the sugar maple buckets.) Therefore the bristlecone pines were dormant 90% of all days and 99% of all nights, in a sense failing to collect temperature data all that time, yet they were supposedly a very important proxy for the entire planet. To that I just muttered “bunkum.”
But there were other trees in other places. I was skeptical about the data, but until I saw so much was based on a single tree, YAD061, I couldn’t be sure I could just say “bunkum.”
YAD061 looks very much like a tree that grew up in the shade of its elders, and therefore grew slowly, until age or ice-storms or insects removed the elders and the shade. Then, with sunshine and the rotting remains of its elders to feed it, the tree could take off.
I have seen growth patterns much like YAD061 in the rings of many stumps in New Hampshire, and not once have I thought it showed a sign of global warming, or of increased levels of CO2 in the air. Rather the cause is far more simple: A childhood in the under-story, followed by a tree’s “day in the sun.”
Dr. Briffa should spend less time gazing at computer screens, and actually get out and associate with trees more. At the very least, it might be good for his health.


Het "divergentieprobleem" bij boomringmetingen
Een studie van Briffa uit 1999, gebaseerd op bijna 400 boomringreeksen, laat vanaf ca. 1960 geen temperatuurstijging zien, maar juist een daling. Men neemt aan dat sinds 1960 de temperatuur wel is gestegen. De boomringen en temperatuur lopen dus uiteen, vandaar de naam divergentie. Dat wijst er op dat er geen eenvoudig verband is tussen boomringmetingen en de temperatuur op aarde.

Volgens Briffa wordt de gevonden divergentie waarschijnlijk veroorzaakt door vervuiling door de mensheid.
Maar hij en het IPCC verzonnen ook een praktische oplossing: ze braken in al hun publicaties (zonder nadere uitleg) de boomringmeetgegevens af vanaf 1960 ! Vandaar de climate gate song 'hide the decline" ! Wat werd verdoezelt was dat vanaf 1960 de boomringmetingen een temperatuurdaling suggereerden, terwijl de met thermometers gemeten temperatuur juist steeg.

Wat "Hide the Decline" werkelijk inhield wordt uitgelegd in deze ietwat technische video: Het ging er om dat de boomringdata, zgn. proxy data voor temperatuur, tegenwoordig niet meer sporen met de werkelijk gemeten temperaturen. Boomringdata suggereren een temperatuurdaling terwijl de gemeten temperaturen omhoog gingen. Daarmee wordt het nut van alle boomringgegevens vanaf ca. 1080 ontkracht en hebben we dus geen betrouwbare gegevens meer van voor de werkelijke temperatuurmetingen begonnen rond ca. 1850-1880. En dan kun je ook niet stellen dat de huidige iets hogere temperaturen nog nooit eerder zijn voorgekomen en dus verontrustend zijn. Om tot die hockystickgrafiek te komen moesten ook eerst de middeleeuwse warme periode verdoezeld worden en ook het koudere tijdperk nadien, het zgn. "Maunder minimum"'. Ook dat werd geregeld.

Als reactie op climategate is er een humoristische sarcastische video verschenen, het geïllustreerde kerstliedje "hide the decline". Inmiddels is in 2011 ook deel II verschenen, waarin de trucs met de grafiekem worden getoond.

Bronnen:
Crok (2010), p. 100
.


proxy measures for global warming  

Robinia boomgroeiringen
Bron: Wikipedia over groeiringen, d.d. 4-3-2019

Zogenaamde indirecte maten (Eng.: proxy measures of proxies) voor opwarming der aarde zijn niet noodzakelijk juist (valide). Dat geldt niet alleen voor damesondergoed, maar ook voor boom-groeiringen.


U bent hier: inhoudsopgave - hout - boomringmetingen
Google
 
Web www.hugovandermolen.nl

Deze website is een activiteit van Van der Molen Financial Services, Copyright 2007 e.v.

Mail ons uw commentaar, aanvullingenen en correcties !