Milieuzaken.org
feiten, getallen en opinies


KNMI - Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

KNMI-gebouw te De Bilt
KNMI-gebouw te De Bilt

Het KNMI is oorspronklijk opgericht om weersvoorspellingen te doen. Dat is moeilijk genoeg in ons wisselvallige klimaat.

Ze doen nu ook ijverig mee aan het voorspellen van het klimaat: zinvol of geldverslindende overmoed ?

Ryan Air boss on climate forecasts


U bent hier: inhoudsopgave - atmosfeer - KNMI

Afkorting of begrip onbekend ? Raadpleeg ons milieuwoordenboek !

en Facebook of Linkedin

Google
 
Web www.hugovandermolen.nl

Nederland heeft steeds vaker blauwe luchten met minder wolken en meer zon. De lucht boven Nederland is schoner. Daardoor wordt Nederland zonniger en hebben we warmer weer. Dat blijkt uit 'De toestand van het klimaat in Nederland 2008', het klimaatrapport van het KNMI over de afgelopen vijf jaar. (link blijkt 9-9-'17 helaas verbroken).

Het PCCCconcludeerde in juni 2007 voor Nederland op basis van een recent verschenen VN-klimaatrapport, dat er meer hittegolven zullen voorkomen vanwege toenemnde oostenwind.

En, mocht dat niet zo zijn, dan zorgt het KNMI er wel voor dat het toch zo lijkt.................


Komen hittegolven tegenwoordig veel vaker voor?

Tot 2016 kon men op de site van het KNMI de volgende tabel en grafiek vinden over hittegolven in ons land sinds 1901.

hittegolven in Nederland

De tabel is ook in een grafiek weergegeven:

hittegolven in NL sinds 1901

Terwijl Nederland (in de zomer van 2018) geniet maar ook last heeft van een warme, zonnige en zeer droge zomer doemt de onvermijdelijke vraag op hoe uitzonderlijk de huidige warme periode is in historisch perspectief en in hoeverre dit met klimaatverandering te maken heeft.
Het KNMI stelde in het NOS-journaal van donderdag 26 juli 2018 bij monde van Geert Jan van Oldenborgh dat:

"Een warme zomer zoals we die nu hebben, gaan we in de toekomst nog veel vaker zien. Hittegolven komen nu frequenter voor: van een keer in de twintig jaar een eeuw geleden, tot elke twee tot drie jaar nu".

Maar..........

Dat hittegolven nu vaker voorkomen is pas sinds 2016 ‘waar’. Toen presenteerde het KNMI namelijk een nieuwe gehomogeniseerde reeks voor De Bilt. Die homogenisatie hield in dat metingen vóór 1951 gecorrigeerd werden. Dat bleek met name gevolgen te hebben voor de hoogste temperaturen in De Bilt: waardes boven de 27 graden Celsius zijn met maar liefst 1,9 graden naar beneden bijgesteld. Dit heeft ingrijpende consequenties voor met name het aantal hittegolven in de periode 1906-1951. Dat waren er 23 maar door de correcties bleven daar nog maar 6 van over.

Hoewel niemand bestrijdt dat correcties door stationverplaatsingen en veranderde meetmethoden nodig kunnen zijn, roept deze ingrijpende aanpassing van de metingen in De Bilt wel grote vragen op. De metingen moesten destijds met 0,1 graden Celsius nauwkeurigheid afgelezen worden. Kan het werkelijk zo zijn dat met terugwerkende kracht alle historische waardes boven de 27 graden er bijna twee graden naast zaten?

Zo zijn in 1947 b.v. 3 van de 4 hittegolven verdwenen, zoals aangegeven in onderstaande tabel:

hittegolven in Nederland in 1947   we leven nu in het adjustoceen
klik opd het cartoon voor een vergroting

Bronnen van bovenstaande grafieken en teksten: Rob de Vos en Marcel Crok op www.destaatvanhet-klimaat.nl van 6-8-2018 alsmede klimaatgek.nl van 2-8-2018 en 7-8-2018.

Hittegolven in De Bilt voor en na "homogenisatie"

In bovenstaande figuur (bron hier) is te zien wat het effect van de homogenisatie is op het aantal hittegolven van 1901 tot 1951. Vanaf 1 september 1951 zijn de temperaturen niet gehomogeniseerd.

Onderzoeker Brandsma van het KNMI, die de homogenisatie heeft uitgevoerd, schrijft: “Bekende problemen zoals de neerwaartse sprong in Tx rond 1950 in De Bilt en het relatief hoge aantal hittegolven in de eerste helft van de 20ste eeuw (...) zijn hiermee verleden tijd.” (Bron: Meteorologica, 2016-4, pag. 4).

Kortom: hocus pokus pillatus pas, he KNMI maakt dat het klimaat de eerste helft van de 20e eeuw koeler was. En dat past dan natuurlijk uitstekend in het alarmistische streven om maar te bewijzen dat Nederland de laatste 100 jaar verontrustend opwarmt.

  gochelaar
hocus pocus


De Vos en Crok zamelen nu geld in via crowdfunding om uit te gaan zoeken hoe dit zit. Zie hier.

Hun onderzoeksvragen zijn:
- Laten de ongecorrigeerde temperatuurmetingen in De Bilt in de jaren 1950/1951 (de periode van veranderingen) inderdaad een trendbreuk zien en zo ja hoe groot is die ?
- Met andere woorden, is de noodzaak om te homogeniseren aangetoond ?
- Hoe veranderde de temperatuur bij andere meetstations in dezelfde periode ?
- Waarom besloot het KNMI om de metingen in De Bilt te homogeniseren aan de hand van station Eelde (bij Groningen) dat 143 km noordoostwaarts ligt.
- Zijn er geen andere stations dichterbij die geschikter zijn ?
- Kunnen we de resultaten reproduceren ?
- Hoe verhouden het aantal warme en tropische dagen in De Bilt zich ten opzichte van andere (hoofd)stations in Nederland en eventueel ten opzichte van omringende landen ?


En dit zijn hun onderzoeksresultaten............

De Vos en Crok zamelden geld in via crowdfunding om uit te gaan zoeken hoe dit zit. Zie hier.
7-3-2019 zijn de resultaten van dit 6-maanden durende onderzoek (door 4 personen, waaronder 2 statistici) gepubliceerd op een congres van de Groene Rekenkamer: "Het raadsel van de verdwenen hittegolven. Hoe het KNMI historische hittegolven uit de boeken schrapte."

Enige conclusies:

Door de homogenisatie is het aantal hittegolven tussen 1901 en 1951 teruggebracht van 23 naar 7. Dus ziet het er plots naar uit dat in de periode 1951-2018 veel meer hittegolven zijn geweest dan in de periode 1901-1951. In werkelijkheid, dus met de niet-bijgestelde temperaturen was het andersom.

De gevolgen van de homogenisatie werden nog beter zichtbaar in de warme zomer van het afgelopen jaar. Er werden in 2018 door het KNMI twee hittegolven geteld. Media berichtten dat hittegolven nu frequenter voor komen: van één keer in de twintig jaar een eeuw geleden tot elke twee tot drie jaar nu. De bron daarvan was het KNMI, dat zich baseerde op de gehomogeniseerde cijfers.

Het beste zou zijn om de homogenisatie ongedaan te maken en met een breder opgezet team , waaronder wetenschappers van buiten het KNMI, een nieuwe start te maken. Het KNMI zou zich voorlopig moeten onthouden van claims over een vermeende toegenomen trend in hittegolven in Nederland.

Marcel Crok legt uit hoe het KNMI onze klimaatgeschiedenis herschreef  

Zie hier het video intetview met Marcel Crok door Rico Brouwer op 13-3-2019 in Cafe Weltschmerz

over hoe het KNMI in 2016 de Nederlandse klimaatgeschiedenis herschreef.


 

 

Klik op de foto om het hele rapport te lezen.

Persbericht:

Het KNMI heeft drie jaar geleden ten onrechte een groot deel van de historische hittegolven (in de periode 1901-1951) uit de boeken geschrapt. Dat concludeert een team van vier onafhankelijke onderzoekers vandaag in het rapport Het Raadsel van de Verdwenen Hittegolven. De onderzoekers noemen de extreme temperatuurcorrecties van 1,9°C die het KNMI toepaste op warme tot zeer warme dagen (28 graden Celsius of hoger) “onverdedigbaar”

Lietratuur:

- Bor, Robert, Het KNMI en het raadsel van de verdwenen hittegolven; Weerinstituut corrigeerde achteraf meetgegevens, OpinieZ, 9-3-2019.

- Crok, Marcel, Dijkstra, Vos, Rob de en....., Het raadsel van de verdwenen hittegolven. Hoe het KNMI historische hittegolven uit de boeken schrapte, .................lees het hele rapport.

- Labohm, Hans, Gesjoemel met teperatuurdata - de verdwenen hittegolven, Climategate.nl d.d. 7-3-2019.

- Friesland, Jan van, Het raadsel van de verdwenen hittegolven, een korte terugblik van Jan van Friesland met één van de onderzoekers, Rob de Vos.Climategate.nl d.d. 8-3-2019.


manipulatie van temperatuur-gegevens
Onderzoeker Brandsma van het KNMI, die de homogenisatie heeft uitgevoerd, schrijft: “Bekende problemen zoals de neerwaartse sprong in Tx rond 1950 in De Bilt en het relatief hoge aantal hittegolven in de eerste helft van de 20ste eeuw (...) zijn hiermee verleden tijd.” (Bron: Meteorologica, 2016-4, pag. 4).



12-9-2019: Heel de afgelopen zomer stond in het teken van de vermeende extreme toename van hittegolven. Maar onderzoek wijst uit dat het KNMI de hittegolven tussen 1901 en 1950 structureel heeft verwijderd uit hun data.

Door het verleden kouder te maken, lijkt het heden warmer.

Het KNMI weigert in te gaan op de kritiek op hun omstreden methoden.

FVD-leider Thierry Baudet was vandaag bij het debat over het KNMI en riep de minister ter verantwoording. Zie het video-verslag van het debat op Youtube.

  KNMI-debat in de kamerop 12-9-2019

Uit dit debat komt naar voren, dat zgn. parrallele metingen, die, nadat ze eerst ontkend werden er te zijn, pas vreemd laat toch beschikbaar bleken: op extreem warme dagen zouden die meet-vergelijkingen met 2 verschillend geplaatste meetkastjes een correctie van hooguit 0,40 à 0,45 graden rechtvaardigen, i.p.v. 1,9 graden.........dus dat er op die vreogeren hittegolven ten onrechte wel ca. 1,5 graad te veel is afgedaan. 1,5 graad !
Het IPCC rapport uit 2018 wil dat de aarde niet meer opwarmt dan 1,5 graad boven het niveau van vlak na het begin van de industriële revolutie............de ruis in het meten lijkt even groot.


Citaten over het kritisch volgen van overheidsinstanties..........

In bovenstaand debat vraagt Baudet aan de staatssecretaris: wie in ons land controleert het monopolistische KNMI dat niet wil reageren op een critisch rapport over haar doen en laten in het zgn. temperatuur-homogeniserings-proces ?

Citaat: "we do not believe any group of men adequate enough or wise enough to operate without scrutiny or without criticism. We know that the only way to avoid error is to detect it, that the only way to detect it is to be free to inquire. We know that in secrecy error undetected will flourish and subvert”. (Robert Oppenheimer).


de waarheid ligt vaak verborgen tussen leugens  

In het FD van 20-5-2019 schrijft prof. Marcel Pheijffer:

"Als (forensisch) onderzoeker heb ik de quote die in mijn hoofd bleef resoneren, in de praktijk menigmaal bewaarheid zien worden. Bijvoorbeeld in onderzoeken binnen de overheid, waarin verschillende verhalen werden verteld"

Lees hier zijn hele artikel: "De waarheid ligt vaak verborgen tussen leugens"


Discussie:

Als de metingen in de Bilt er voor de heetste dagen zomaar ca. 50 jaar lang 1,9 graden C naast hebben gezeten, dan geeft dat aan dat de foutenmarge in temperatuur-reeksen wel 1,9 graden kan zijn. 1,9 graden is dus "meet-ruis" als het om Biltse hete dagen gaat. Dat men op de klimaat-conferentie in Parijs probeerde de "temperatuurstijging van de aarde" te beperken tot 2 graden Celsius is dus werken binnen de marge van "metingen-ruis", althans bij "hittegolven" in De Bilt. Elders lees ik dat div. personen menen dat de "metingen-ruis" m.b.t. de gemiddelde aarde-atmosfeer-temperatuur zeker ca. 0,5 tot 1 graad Celsius zou zijn. Maar meerdere knappe koppen, waaronder Nobel-prijs winnaar fysica, Giaever, zijn van mening dat het volstrekt onmogelijk is om op een zinvolle manier een gemiddelde aarde-atmosfeer-temperatuur te meten en dat dus alle gehanteerde grafieken op dit gebied zinloos zijn. Zoals Einstein zei: " Not everything that can be counted counts and not everything that counts, can be counted."

NB: onder "metingen-ruis" verstaan wij hier niet alleen normale meet-fouten bij het aflezen van thermometers, maar vooral systematische meetfouten die te maken hebben met het type meetkastjes en de locaties ervan.

Maar het is nog heel veel erger............wegens zgn. "urban heat" effecten had het KNMI de temperaturen na 1950 juist moeten verlagen ipv van wat ze deden, de temperaturen voor 1950 verlagen.

Hugo Matthijssen (Climategate.nl, 28-4-2019), schrijft en concludeert het volgende:

Dat betekent dat er, gezien de huidige ligging, niet alleen in Utrecht sprake is van het urban heat effect maar zeker ook, zij het in mindere mate, in de Bilt. Laten we nu eens kijken naar Utrecht en omgeving tussen 1950 en nu. In 1900 was de Bilt en omgeving een landelijk gebied. Utrecht was weliswaar een stad maar de groei moest nog komen. De temperatuurmetingen van het KNMI werden in 1900 niet beïnvloed door een urban heat effect.

Het KNMI kwam tot de voorzichtige conclusie dat nachts en voor westelijke wind (1/3 van de dagen), advectie van stadswarmte van Utrecht zorgt voor een verhoging van de temperatuur op het KNMI-terrein in De Bilt van ongeveer 0.5°C.

Kijk ik nu naar de kaart, dan blijkt dat het KNMI is als een eiland omgeven is door bebouwing en een grote drukke doorgaande weg. In 2006 was het verschil in temperatuur als gevolg van urban heat tussen centrum Utrecht en het KNMI 0,5 graden waarbij alleen werd rekening gehouden met het urban heat effect van Utrecht.

Als we dan kijken naar de kaarten van 1900 en 1950 dan zal duidelijk zijn dat in die periode de gemeten temperaturen in de Bilt niet zijn beïnvloed door het urban heat effect en nu wel. Dat betekent dat alle huidige temperatuurmetingen naar beneden moeten worden bijgesteld door de groeiende invloed van het urban heat effect.

Ze hebben het tegenovergestelde gedaan door de metingen vanaf 1901 tot 1950 naar beneden bij te stellen. Ga ik dan ook nog kijken naar de groei van de bebouwing en (snel) wegen direct rond De Bilt dan is het naar beneden bijstellen van de metingen met 0,5 graden nog niet genoeg.

Ga je de invloed van het urban heat effect rond de Bilt over de afgelopen 120 jaar bekijken, dan moeten de metingen van het KNMI in de Bilt van de laatste jaren naar beneden worden bijgesteld om aansluiting te krijgen met de meetreeks van 1901 tot 1950 in plaats van andersom

Wil je een vergelijking maken met de periode 1900-1950 zonder correctie voor het toenemende urban heat effect en je berekent de gemeten temperaturen tussen 1900 en 1950 omlaag, met als motivatie de recente verplaatsing van de meethut dan moet je zeker ook het toenemende urban heat rondom de meetplaats meenemen. Als gevolg van het toenemende urban heat effect had de periode 1950 tot nu naar beneden moeten worden aangepast.

Dat betekent ook dat al die records de afgelopen laatste jaren zeker niet juist zijn en de gemeten waarden tussen 1950 en nu ook naar beneden moeten worden bijgesteld.


Nederland: klimaat- en weersvoorspellingen
Het PCCC concludeerde in juni 2007 het volgende voor Nederland op basis van een recent verschenen VN-klimaatrapport:
- de gemiddelde temperatuur zal in 2050 2 graden C. zijn gestegen.
- meer regen in de winter
- meer extreme neerslag
- meer hittegolven, want:
- vaker Oostewind
- de zeespiegel zal in het jaar 2100 35 à 85 cm. zijn gestegen (in de 20e eeuw was dat slechts 10 cm).
(Bron: FD 7-6-07)

Nederland wordt zonniger en warmt twee keer zo snel op als de rest van de wereld.
Soms lijkt het er niet op, maar Nederland heeft steeds vaker blauwe luchten met minder wolken en meer zon. De lucht boven Nederland is schoner. Daardoor wordt Nederland zonniger en hebben we warmer weer.
Dat blijkt uit 'De toestand van het klimaat in Nederland 2008', het klimaatrapport van het KNMI over de afgelopen vijf jaar dat donderdag werd aangeboden aan staatsecretaris Tineke Huizinga (Verkeer). Dat Nederland opwarmt, staat inmiddels buiten kijf. De opwarming, onder andere van de Noordzee, brengt behalve hogere temperaturen ook andere effecten met zich mee.

Toch hadden we in 2013 het koudste voorjaar in 50 jaar, maar ja, het weer is wat anders dan het klimaat. Ergens werd hiervoor toch een klimaat-achtige verklaring gegeven: door het sterker smeltende poolijs (door global warming) zou de Noordzee kouder worden en daardoor de temperatuur te land in Nederland ook. Toch kan het in deze 2 alinea's gestelde niet allebei waar zijn: Nederland warmt op en Nederland wordt kouder, beide uiteraard door "global warming", ja, zelfs door de mensheid veroorzaakte global warming. Misschien moest het KNMI zich maar gewoon weer bezig houden met waarvoor ze ooit zijn opgericht: voorspellen van het weer in Nederland ten behoeve van de land- en tuinbouw, scheepvaart en (tegenwoordig) het toerisme. Dat blijkt maar al te dikwijls nog steeds moeilijk genoeg. Graag verwijs ik ter relativering nog even naar onze webpagina die gaat over het verschil tussen : "Weer en Klimaat".

Boven beschreven probleem begint te lijken op het volgende:

“If it gets warmer, climate change.
If it gets colder, climate change.
If it stays the same, climate change is coming.
Drought – climate change.
Flood – climate change.”

If ALL observations are “proof” of a theory, that is proof that the theory is complete pseudoscience.

Tom Nelson‏  @tan123 op 13 dec. 2017:
You can't fool the public by telling them "CO2 causes too much rain!" after it rains too much and "CO2 causes too little rain!" after it rains too little.
This assumes a general level of extreme stupidity that is just NOT there.


Het KNMI houdt niet van dissidente, niet-alarmistische meningen en staat daarin beslist niet alleen.
(bron van de hier onder schuin gedrukte tekst: Bor, Robert, Het KNMI en het raadsel van de verdwenen hittegolven; Weerinstituut corrigeerde achteraf meetgegevens, OpinieZ, 9-3-2019).

Klimaatbanneling

Van 1977 tot 1990 was Prof. dr. ir. H. Tennekes er onderzoeksdirecteur en van 1990 tot 1995 was hij er directeur strategische ontwikkeling. Hij was in woord en geschrift kritisch over klimaatwetenschap, met name over de mogelijkheden van klimaatmodellen om betrouwbare langetermijnvoorspellingen te doen. Na een kritisch interview gaf zijn directeur Harry Fijnaut hem te verstaan dat zijn algemeen klimaatsceptische houding hem zijn baan zou kosten.

En zo geschiedde: Tennekes werd eerst overgeplaatst en bij de eerstvolgende reorganisatie ontslagen. De geschiedenis van het klimaatscepticisme die in de komende decennia geschreven zal worden, staat vol met dergelijke persoonlijke intimidaties van dwarsliggers. Nederland kreeg op deze manier in ieder geval zijn eerste klimaatbanneling.

wiens brood men eet, diens woord men spreekt
Wiens brood men eet, diens woord men spreekt .........zoniet, dan.............

Voorspellen onmogelijk

De ironie is natuurlijk dat Tennekes met zijn kritiek op klimaatmodellering volkomen gelijk had. Langzaam is het besef doorgedrongen dat voorspellingen op basis van complexe klimaatmodellen inherent onbetrouwbaar en dus onmogelijk zijn. Zelfs het KNMI en het IPCC onderschrijven deze stelling, zij het schoorvoetend, en niet op de voorpagina’s van hun publicaties.

Zo stelt het KNMI zelf dat van pogingen om het klimaat te voorspellen voor Nederland of West-Europa niet verwacht kan worden dat er iets werkbaars uitkomt. Het IPCC stelt dat fysische systemen zo slecht begrepen worden dat voorspellen in die situaties simpelweg niet mogelijk is. Dat het KNMI zelfs voor de muziek van het IPCC uitloopt, mag niet onbesproken blijven. Het IPCC AR5 rapport (blz 219) stelt nederig dat er slechts beperkt bewijs is voor de veranderingen in extreem weer sinds de tweede helft van de 20e eeuw.

KNMI in dienst van klimaatbeleid

Heeft men bij het KNMI sindsdien iets geleerd? Daar kan men met recht en reden aan twijfelen. De huidige KNMI-hoofddirecteur is Gerard van der Steenhoven, tevens deeltijdhoogleraar Meteorological and Climatological Disaster Risk Reduction aan de Universiteit Twente. In een interview in ABD-blad van het ministerie van Binnenlandse Zaken lezen we het volgende:

“De klimaatplannen van de nieuwe regering zijn ambitieus en noodzakelijk, maar we kunnen daarmee de kortetermijngevolgen van klimaatverandering niet voorkomen. Een hogere zeespiegel bijvoorbeeld, maar ook een grotere waterafvoer door de rivieren, stormen, hittegolven en droogteperiodes. De ontwikkelingen in de meteorologie maken het mogelijk eerder voor dit soort extreme weersituaties te waarschuwen. Wat mij betreft is het de taak van
het KNMI dit zo goed mogelijk te doen.”

Een leeropdracht aan een universiteit zou onbevooroordeelde wetenschap als uitgangspunt dienen te hebben en niet het reduceren van risico’s ten gevolge van vermeende maar onbewezen ‘climatological disasters’.

Politieke natuurkunde

Ook het feit dat weer en klimaat nauwelijks onderscheiden worden is curieus. Het weer voltrekt zich voornamelijk in de atmosfeer en wel in de troposfeer.

Het klimaat is oneindig veel ingewikkelder en speelt zich af in de volledige atmosfeer, de oceanen en niet te vergeten de biosfeer. De beschikbare waarnemingen verlenen nauwelijks steun aan alarmistische beschouwingen over toenemende extremiteiten.

Maar staatsbureau KNMI weet beter. En aarzelt niet om door massage van de waarnemingen de publieke opinie te beïnvloeden en zich op het gladde ijs van de politieke natuurkunde te begeven.

Een wetenschappelijke doodzonde.


Correlaties als "bewijs" voor een causaal verband.

Het (CAGW-) argument van de correlatie tussen CO2 en opwarming van de temperaatuur in de atmosfeer.

Iedere 1e jaars-psychologiestudent werd in mijn studietijd tijdens de statistieklessen ingeprent dat een correlatie tussen 2 variabelen, niet noodzakelijkerwijs betekent dat er ook een causaal verband bestaat tussen die 2 variabelen. Correlaties variëren op een schaal van 0 (geen corr.) tot 1 (perfecte corr.). Ook een correlatie van 1 bewijst op zich geen causaal verband, maar suggereert het wel. Toch zal dat causale verband eerst moeten worden bewezen.

proxy measures for global warming

De correlatie tussen de omvang van onderbroeken en de temperatuur van de atmosfeer is een aardig voorbeeld van wat in het Engels Spurious Correlations (valse of onechte correlaties) wordt genoemd. Tyler Vigen schreef een boek vol van zulke correlaties in 2015, genaamd Spurious Correlations.

Uit een artikel van Kees le Pair zou je kunnen afleiden dat de knappe koppen van ons KNMI toch wat opmerkelijk omgaan met het correlatie-begrip. Ik citeer:

In de oprichtingsfase van CLINTEL – toen nog een klein Nederlands onderonsje – hadden we een wetenschappelijke adviesraad. Wij waren het er over eens, dat de vraag, ‘hoeveel doet atmosferisch CO2 aan de temperatuur?’ de meest wezenlijke vraag was. En wij besloten ons tot het KNMI te wenden met de vraag, hoeveel? En hoe weten we dat?

Wij kregen daarop netjes een gedetailleerd antwoord. De correlatie tussen het temperatuurverloop en het atmosferisch CO2 in een geologisch gezien korte periode van een eeuw, was zo sterk, dat er geen twijfel was aan de causaliteit. En met een redelijke foutenmarge kon de numerieke afhankelijkheid worden aangegeven.

Van onze groep maakten twee wiskundig-statistici deel uit. Die zagen dat de gebruikte correlatietoets een al sinds 1926 bekende fout was. Mij als fysicus verbaasde dat toen al niet meer, omdat de data reeksen over andere periodes iets anders te zien gaven. Wij vertelden het KNMI dat hun toets fout was en waarom. De correlatie toonde geen causaliteit. We verwezen hen naar de wiskundige onderbouwing. Daarop antwoordde een communicatie-medewerker van het instituut namens de directeur, dat ze helaas geen tijd hadden om de discussie voort te zetten.

Dezer dagen verschenen verslagen van belangrijke onderzoeken over de invloed van helderheid en wolkvorming op de energiestromen in en uit. Bij een ervan was ik zijdelings betrokken. Dat van dr. Ad Huijser was geen theoretische of modelstudie, maar gevolgtrekkingen uit gemeten waarden. (Zie hier en hier). De uitkomsten stemden overeen met de theoretische van die andere studie. En onttroonde CO2 als dominante temperatuur bepalende actor. Dr. Huijser nam er contact over op met het KNMI. De reactie was: ‘het kan niet waar zijn, want het is in strijd met de modellen’.

In mijn ogen is dat hetzelfde als ‘de werkelijkheid kan niet kloppen’.

Uit ervaring sprekend zeg ik daarom in de klimaatwetenschap zijn twee scholen. De een verklaart een temperatuurstijging uit CO2 en de ander zegt, daarvoor is geen grond, want het bewijs deugt niet. En de eerste school luistert niet naar de andere.

Een theorie is op twee manieren te falsifiëren. De ene is: de redenering bevat een logische (wiskundige) of meetfout. De andere is: de theorie klopt niet met de waarnemingen. Het KNMI valt met beide toetsen door de mand en wenst daar niet naar te luisteren. In beide voorbeelden luisterde onze school naar die van de CO2, maar de andere niet naar ons.

Bron: le Pair, Kees, Klimaat en ‘cancel culture’ – opponenten luisteren niet naar elkaar, Climategate.nl, 13-11-2022.


Overigens hoop ik dat Hein Haak (hoofd Klimaat van het KNMI) wat minder repressief is t.o.v. anders denkende collega-weerdeskundigen.

Maar wereldwijd zijn er voorbeelden van dissidente weermannen en -vrouwen, wier loopbaan vroegtijdig wordt afgebroken.

Heidi Cullen, een "vooraanstaand klimaatdeskundige" van het weer-kanaal in de USA vindt dat collega's, die openlijk twijfelen aan de stelling dat global warming door menselijke activiteiten wordt veroorzaakt, uit hun beroep moeten worden gezet.

Dat overkwam Henk Tennekes, ooit directeur bij het KNMI.
De belangrijkste klimaatadviseurs van onze regering zitten in het KNMI. Dat instituut was misschien wel het eerste in de wereld, waar een directeur (Henk Tennekes) ontslagen werd, omdat de minister die het “haar instituut” noemde, daar geen klimaat modellen scepticus kon gebruiken. Het "ontslag" ging middels een reorganisatie etc. etc., maar het resultaat was dat Tennekes was uitgerangeerd. Bron hier.
  Henk Tennekes, voormalig directeur bij het KNMI

Gelukkig heeft John Coleman zijn schaapjes inmiddels wel op het droge:

John Coleman   John Coleman (zie wikipedia), de allereerste weerman van ABC's Good Morning America en oprichter van The Weather Channel, vindt het huidige klimaat-alarmisme in de wereld niet gerechtvaardigd door feiten of huidige klimaatmodellen.

Hij zette de boeiende geschiedenis van Al Gore's flitsende loopbaan als politicus en klimaat-alarmist op video !

Philippe Verdier, voormalige chef van de meteorologische dienst van de Franse TV  

Voorafgaand aan de roemruchte klimaatconferentie in Parijs in december 2015, publiceerde de bekende Franse weerman, chef van de meteorologische dienst van de Fanse TV, Philippe Verdier, een boek, ‘Climat investigation’, waarin hij de vloer aanveegt met het klimaatalarmisme en de praktijken van het VN–klimaatpanel. Hij hekelt het selectief winkelen van de wetenschappers van het IPCC (‘Intergovernmental Panel on Climate Change’) en beschuldigt hen van hyper–politisering. Daarnaast wijst hij op de positieve effecten van de opwarming van de aarde. …

Zijn boek werd door hem aangekondigd in een spannende ‘video-teaser’: ‘Ik besloot om te spreken’, verklaarde hij met zijn voor miljoenen kijkers onmiskenbare stem.
De klassieke muziek op de achtergrond verleent zijn woorden nog extra dramatiek. Hij stelt: ‘We zijn gijzelaars van een planetair schandaal van politieke opwarming, een oorlogsmachine die ons in de greep van de angst houdt.’ En die tevens is gericht op de wetenschappers ‘die worden gemanipuleerd en gepolitiseerd’, op de politiek ‘die slechts haar eigenbelang dient’, op de media ‘die op hol slaan en censureren’, en ook op de ‘commercie van de NGO’s’, die geld verdienen aan de opwarming.…

Sinds het verschijnen van zijn boek, bij de politiek incorrecte uitgeverij Ring, werd Verdier beschuldigd van klimaatscepsis en Verdier werd daarom door zijn werkgever op non-actief gesteld. Er werden petities georganiseerd om hem weer in functie te krijgen, o.a door het collectif climato-realistes.

Bron: climategate.nl van 15-10-2015: Franse weerman, Philippe Verdier, gooit knuppel in hoenderhok.



In de kustgebieden regent het tegenwoordig meer dan in het binnenland. En als het regent, dan regent het ook goed. ,,De laatste jaren is er sprake van een groot aantal dagen met zware neerslag.'' Gelukkig hebben we in Groningen de firma Waterborg die Nederland graag met haar dekzeilen wil overspannen (Zie ook details over dit document).

 

Goed nieuws ook voor mensen die slecht tegen de regen kunnen: de regenperiodes in Nederland worden korter van duur en in de zomer zullen er minder regendagen zijn. De buien die we in de zomer krijgen, zullen net zoals het weer zelf, tropisch aandoen. Hein Haak is hoofd Klimaat van het KNMI (bron: BNR.nl, d.d. 1-8-2008).

  Waterborg legt Nederland droog


Klimaatvoorspellingen

glazen bol voor klimaatvoorspellingen
klik op de foto voor een vergroting

Een bekend spreekwoord luidt: voorspellen is moeilijk, vooral waar het de toekomst betreft.

Marcel Crok en Rob de Vos schreven in 2018 tevens een ander rapport: "Waarom de KNMI-scenario's niet uit zullen komen" (zie ook hier)

Het KNMI publiceerde in 2014 nieuwe klimaatscenario’s voor Nederland, de zogenoemde KNMI Next scenario’s. Deze scenario’s geven aan hoe het klimaat in Nederland zich de komende eeuw mogelijkerwijs zal gaan ontwikkelen en worden gebruikt om na te denken over klimaatadaptatie. De uitkomsten van de KNMI-scenario’s laten weinig aan de verbeelding over. Hieronder enkele passages uit de brochure die bij de lancering van de scenario’s werd uitgebracht:

“De temperatuur in Nederland zal verder stijgen.”
“Op jaarbasis ligt de opwarming in Nederland tussen 1,0 en 2,3 °C rond 2050 en kan oplopen tot 3,7 °C in 2085. De toekomstige winters in Amsterdam kunnen meer gaan lijken op de huidige winters in Bor- deaux.”
“De hoeveelheid neerslag zal gemiddeld verder toenemen.”
“Het tempo van de zeespiegelstijging neemt toe. (...) Voor 2050 zal er een stijging tot 40 centimeter zijn ten opzichte van 1981-2010. Rond 2085 zal de zeespiegel aan de Nederlandse kust tot 80 centimeter hoger liggen.”

In hun rapport (voor De Groene Rekenkamer) vegen Crok en de Vos "de vloer aan" met deze scenario's en de slechte onderbouwing er van.

Het KNMI denkt ook dat haar prognoses waarschijnlijk niet zullen uitkomen, gezien wat het KNMI op haar site zelf over scenario’s zegt in 2014:

The variability of the system poses limitations to the predictability of the climate state. Internal variations of the climate system beyond the monthly scale (…) are difficult to predict and at time scales of 30 – 100 years useful predictions are basically impossible. Not only because the large contribution of the natural variability, also because the external forcing related to human activity. Any attempt to make climate predictions (…) cannot be expected to lead to skilful results”.
(Bron hier, pagina 4, paragraaf 1.1.1.)
Klik hier indien de link niet meer werkt.

Met Office climate forcasts


Gevonden in de commentaren bij het artikel:
Pjotr’s dwarsliggers (België), Hoe een kleine fout een dramatische wending gaf aan het klimaatdebat, Climategate.nl, 22-2-2019.

Scheffer 22 feb 2019 om 08:35 - Antwoorden

KNMI foutenfabriek? Komt het ooit nog goed met deze subsidie afhankelijke Rijksklimaatadviseur aan het ministerie van “Klimaat & Energie?” 

Een deel van het netwerk van het KNMI dat in Groningen aardbevingen meet, heeft niet goed gewerkt. Het gaat om versnellingsmeters die grondversnellingen “niet correct” hebben verwerkt, laat minister Eric Wiebes van Economische Zaken donderdag aan de Tweede Kamer weten. De gegevens van het netwerk worden onder meer gebruikt in de versterkingsoperatie van huizen en gebouwen. Moet de onderste steen nu eindelijk eens boven komen…..?

En…….

Hoe was het met de wetenschappelijk ontoelaatbare, onder de “rook” van de stad geplaatste, temperatuur meetkast bij het KNMI, waar de commercciele concurrent MeteoConsult het KNMI fijntjes op wees. Het gevolg was dat KNMI decennia lang te hoge temperaturen mat in De Bilt. De meetkast werd daarna “stilletjes” verplaats door de KNMI…….vreemd?

En…….

Ook de historische Nederlandse handmatig gemeten temperatuurcijfers bij de KNMI ondergingen onnodig “harmonisatie” waarbij gemeten recordwarmtes in de Nederlandse historie ineens bleken te zijn “gesmooth” (=weggepoetst), dit ter ondersteuning van het gepolitiseerde klimaat alarmisme? Het KNMI ontkent…… terecht?

En……

Directeur KNMI Henk Tennekes werd ontslagen omdat hij kritsche kanttekeningen plaatste tegen de alarmistische IPCC-beweringen over de “klimaatverandering”. KNMI objectief wetenschappelijk…….?. 

Laten we Salomon Kroonenberg’s boek “Spiegelzee” maar weer eens openslaan en lezen, dat ook de versnelling van de zeespiegelstijging, door het KNMI voor gewaarschuwd, nergens is gemeten. KNMI een gepolitiseerde klimaatalarmist……?


Publicaties van het KNMI: - KNMI-website

Schrijf U in op hun nieuwsbrief.

- KNMI, Gehomogeniseerde tijdreeksen dagwaarden

- KNMI 2010, Warmte-eiland effect van de stad Utrecht

- KNMI, May 2014, Climate Change scenarios for the 21st Century – A Netherlands perspective, Version 26 May 2014, KNMIW, De Bilt, 2014 | KNMI scientific report WR 2014-01

- KNMI, mei 2016, Historische temperatuurreeksen verbeterd...........(sic !)

 

Pinokkio en het KNMI

Inmiddels is gebleken dat sommige rapporten van het KNMI een zeker Pinokkio-gehalte hebben


Gerelateerde webpagina's op deze site milieuzaken.org:
- extreem weer
- hete zomers
-
hittegolven
- klimaatdefinities
- klimaatverandering
- temperatuurmetingen & manipulatie daarvan


Literatuur:

Bor, Robert, Het KNMI en het raadsel van de verdwenen hittegolven; Weerinstituut corrigeerde achteraf meetgegevens, OpinieZ, 9-3-2019.

Climategate.nl
:
URL met div. artikelen met het steekwoord KNMI.

Crok, Marcel en Vos, Rob de, Waarom de KNMI-scenario's niet zullen uitkomen, De Groene Rekenkamer, 2018, pdf-file, 129 blzn.

Friesland, Jan van, Het raadsel van de verdwenen hittegolven, Climategate.nl, 8-3-2019.

Kroonenberg, Salomon, Spiegelzee, de zeespiegelgeschiedenis van de mens, uitg. Atlas Contact, 2017.

Lange, Kees de, De arrogantie van het KNMI, Opiniez, 26-11-2019

Matthijssen, Hugo, Selectieve aanpassing temperatuurreeksen KNMI , Climategate.nl, 28-4-2019.

le Pair, Kees, Klimaat en "cancel culture" - opponenten luisteren niet naar elkaar, Climategate.nl, 13-11-2022

Zeilmaker, Rypke, Sjoemeltemperatuur: De mens veroorzaakt historische klimaatverandering, dankzij KNMI, Climategate.nl, 2-11-2016.



U bent hier: inhoudsopgave - atmosfeer - KNMI
Google
 
Web www.hugovandermolen.nl

Deze website is een activiteit van dr. Hugo H. van der Molen, Copyright 2007 e.v.

Mail ons uw commentaar, aanvullingenen en correcties !

Follow@plattezaken en Facebook of Linkedin